verstoren werkw. Uitspraak: [ vərˈstorə(n) ] Afbreekpatroon: ver·sto·ren Vervoegingen: verstoorde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verstoord (volt.deelw.) onderbreken of hinderen wat niet onderbroken of gehinderd had moeten worden Voorbeeld: 'De straaljager verstoorde de rust in het bos.' Synoniemen: doorkruisen vertoornen 2 def... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verstoren