de verwarming zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ vər'wɑrmɪŋ ] Afbreekpatroon: ver·war·ming Verbuigingen: verwarmingen (meerv.) installatie die een ruimte warm maakt Voorbeelden: 'autoverwarming' , 'de verwarming aanzetten' centrale verwarming (installatie die meer dan één ruimte in een gebouw verwarmt) Synoniemen: centrale verwarming c...
1) Aardgas 2) Apparaat voor warmteafgifte 3) Deel van een auto 4) Deel van een gebouw 5) Haard 6) Het omhoog brengen van temperatuur 7) Huishoudelijk warmtesysteem 8) Installatie om te verwarmen 9) Kachel 10) Kunstmatige warmte 11) Levensartikel 12) Manier om het binnen warm te maken 13) Methode om de temperatuur te verhogen 1) Aardgas 2) Boiler 3) Centrale 4) Centrale verwarming 5) Chiller 6) Collectieve verwarming 7) Comfortsysteem 8) Cv 9) Cv-ketel 10) Elektrische verwarming 11) Finkachel 12) Gaskachel 13) Gevelkachel 14) Haard 15) Haardvuur 16) Hoogrendementshoutkachel 17) Houtkachel 18) Infraroodpaneel 19) Kachel 20) Kampvuur 
toestel dat dient om een huis warm te maken vb: de ketel van de centrale verwarming is stuk
1) het proces van verwarmen of verwarmd worden 2) installatie om ruimtes zoals woningen en voertuigen mee te verwarmen; vaak ook: centrale verwarming
•het verwarmen. •een installatie die voor het verwarmen zorgt.
het verwarmen; verwarmingstoestel