verspreiden, uiteenwerpen, uiteenzetten - Voorbeeld: ‘De koeien stonden verzaaid in de wei en graasden ernstig’ - Voorbeeld: ‘Met de avond kwamen zij in ene vlakte die uitdeinde in een onoverzienbare ruimte met hier en daar, verzaaid op de hoogten, een klein kerkje en wat huizen en bomen er rond’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php