de vezel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'vezəl ] Afbreekpatroon: ve·zel Verbuigingen: vezels (meerv.) lang dun deeltje in vlees, planten, brood enz. Voorbeeld: 'Appels zijn gezond omdat er veel vezels in zitten.' tot in je (diepste) vezels (heel erg of intens) 'Ze was geraakt tot in haar diepste vezels.' Synoniemen: draad lichaamsvezel ...
1) Afgesplitst draadvormig deeltje 2) Afgesplits draadvormig deeltje 3) Harig draadtje 4) Lichaamsvezel 5) Grondstof voor weefsels 6) Harig draadje 7) Haar 8) Draad 9) Bestanddeel van een stengel 10) Plantendeel 11) Deel van een touw 12) Pluis 13) Bestanddeel van een gezond dieet 14) Lichaamsdeel 15) Fibril 
Vezels zijn materiaaleenheden waarvan de lengte minstens 100 keer groter is dan de diameter of breedte. Vezels die geschikt zijn voor textiel beschikken over voldoende lengte, fijnheid en flexibiliteit om tot garens te worden verwerkt en om te weerstaan aan het beoogde gebruik van het afgewerkte weefsel.
draadvormig deeltje
Langgerekte dikwandige elementen bij planten, voor stevigheid zorgend.
draadvormig deeltje (toon de herkomst via de etymologiebank)
dunne draad of wat daarop lijkt vb: als je touw uitpluist, houd je vezels over
•een vezel is een lang, dun filament waarvan de lengte ten minste drie keer groter is dan de doorsnede.
draadvormig deeltje