de visiteur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vi·si·teur Verbuigingen: visiteurs (meerv.) Verbuigingen: visiteurtje (verkleinwoord) iemand die visiteert (b.v. een beambte aan de grenzen) . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/visiteur