de vlaai zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ vlaj ] Verbuigingen: vlaaien (meerv.) gebak dat bestaat uit een deegbodem met vulling Voorbeelden: 'Limburgse vlaai' , 'abrikozenvlaai' , 'rijstevlaai' Synoniem: taart (1) Synoniemen: drol Spreekwoorden en zegswijzen • Daar zijn de daken met vlaai en bedekt (=Daar is...
1) Plat gebak 2) Taart 3) Limburgse lekkernij 4) Limburgs gebak 5) Etenswaar 6) Lekkernij 7) Fijn gebak 8) Vlade 9) Baksel 10) Zuid-nederlands gebak 11) Gebak 12) Gerecht 13) Vruchtentaart 14) Drol 15) Rond gebak 
plat rond zoet gebak, dat wordt bedekt of gevuld met vruchtencompote of een romig rijstmengsel en bedekt met een deegraster of kruimels, dat bekend staat als Limburgse specialiteit; ook: een bepaalde hoeveelheid (punt, stuk) vlaai Wordt in Limburg in het enkelvoud soms ook vla genoemd. platte ronde hoop uitwerpselen van een koe; koeienvlaai
gebak
bedorven, stinkend (toon de herkomst via de etymologiebank)
plat rond gebak met vruchten vb: de Limburgse vlaai is beroemd Synoniem: vla
•cirkelvormig gebak met opstaande rand, die normaliter opgevuld wordt met vruchten. Vlaai staat vooral bekend als locale lekkernij in de provincie Limburg. •de uitwerpselen van een koe.
gebak