1) Getijdenstroom 2) Stortvloed 
vloed, stroom, gulp - Voorbeeld: ‘Elke morgen bracht mij de openbaring van dat groot geluk: (...) van uit het venster waar ik geslapen heb en dat op 't oosten uitkijkt, het licht in een vloedstroom naar binnen valt, de zon en de nieuwe dag te kunnen begroeten’ (Ingoyghem I 30)
de stroming, die uiteindelijk, een verhoging van de waterstand tot gevolg heeft. Ook inkomend tij en minder correct vloed genoemd. De sterkste ebstroom treed 3 à 4 uur na hoogwater op, de sterkste vloedstroom 4 à 5 uur na laagwater.