vluchten werkw. Uitspraak: [ 'vlʏxtə(n) ] Afbreekpatroon: vluch·ten Vervoegingen: vluchtte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gevlucht (volt.deelw.) weggaan omdat je ergens bang voor bent Voorbeelden: 'We zijn gevlucht voor de regenbui.' , 'Tijdens de oorlog zijn ze gevlucht.' Synoniem: ontsnappen Synoniemen: ervandoor gaan ontglippen ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vluchten
1) Benen maken 2) De aftocht blazen 3) De benen nemen 4) De dans ontspringen 5) De hielen lichten 6) De kuierlatten nemen 7) De plaat poetsen 8) De spat nemen 9) De wijk nemen 10) Ervandoor gaan 11) Fluiten gaan 12) Hem piepen 13) Hem smeren 14) Het hazenpad kiezen 15) Iets ontlopen 16) Lopen 17) Ontglippen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vluchten/1