Letterlijk Voorburcht, Voorstad (zie Woordenboek der Nederlandsche Taal XXII, 1, 1778-1780): in theologische zin het voorportaal van de hel (Latijn: limbus). Het voorgeborchte is een bedachte constructie, door de kerk als authentiek aanvaard, om de verblijfplaats te omschrijven van allen die buiten hun persoonlijke zondenschuld, maar wel belast met... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10694