voorstaan werkw. Uitspraak: [ 'vorstan ] Afbreekpatroon: voor·staan Vervoegingen: stond voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft voorgestaan (volt.deelw.) 1) meer punten hebben dan iemand anderssport Voorbeeld: 'Hij staat voor met 2-1 in sets.' Antoniem: achterstaan 2) (iets) willen of bepleiten Voor... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/voorstaan
laten blijken dat je denkt dat het juist is vb: wij hebben deze mening altijd voorgestaan je ergens op laten voorstaan [er overdreven trots op zijn] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=voorstaan