voorstelbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ vor'stɛlbar ] Afbreekpatroon: voor·stel·baar wat je je kunt voorstellen Voorbeelden: 'moeilijk voorstelbaar' , 'Het is goed voorstelbaar dat hij ongelukkig is door alles wat hij de laatste tijd meegemaakt heeft.' Antoniem: onvoorstelbaar Synoniem: denkbaar Synoniemen: bestaanbaar denkbaar mogelijk 1 ...
1) Bestaanbaar 2) Concreet 3) Denkbaar 4) Mogelijk 1) Bestaanbaar 2) Denkbaar 3) Mogelijk