voorzitten werkw. Uitspraak: [ 'vorzɪtə(n) ] Afbreekpatroon: voor·zit·ten Vervoegingen: zat voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft voorgezeten (volt.deelw.) een vergadering, bestuur, vereniging enz. leiden Voorbeeld: 'De Raad van Ministers wordt voorgezeten door de eerste minister.' Synoniemen: aanvoeren besturen leiden managen pr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/voorzitten