de vrijgezel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ vrɛixə'zɛl ] Afbreekpatroon: vrij·ge·zel Verbuigingen: vrijgezellen (meerv.) de vrijgezel - lin zelfst.naamw. Uitspraak: [ vrɛixəzɛl' - lɪn ] Afbreekpatroon: vrij·ge·zel Verbuigingen: vrijgezelinnen (meerv.) iemand die niet getrouwd is en geen vaste partner heeft Voorbeeld: 'vrijgezell... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijgezel