de vrijkaart zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'vrɛikart ] Afbreekpatroon: vrij·kaart Verbuigingen: vrijkaarten (meerv.) gratis toegangsbewijs Voorbeeld: 'Elke dag geven we twee vrijkaarten weg voor de musical 'Grease'!' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijkaart