het vrouwtje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'vrɑucə ] Afbreekpatroon: vrouw·tje Verbuigingen: vrouwtjes (meerv.) 1) dier van het vrouwelijk geslacht Voorbeelden: 'vrouwtjeseend' , 'vrouwtjeshert' Antoniem: mannetje 2) eigenares van een huisdier Voorbeeld: 'Kom eens even bij het vrouwtje, kom dan!' Antoniem: baasje Syn... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrouwtje