de wandelstok zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: wan·del·stok Verbuigingen: wandelstokken (meerv.) Verbuigingen: wandelstokje (verkleinwoord) stok die dient als steun bij het wandelen en beschermt tegen vallen Voorbeeld: 'De oude man leunt zwaar op zijn wandelstok.' . Synoniemen: staf 3 definities...
1) Badine 2) Blindenstok 3) Gaanstok 4) Kruk 5) Kuierstok 6) Rotting 7) Staf 1) Badine 2) Gaanstok 3) Hulpmiddel 4) Hulpmiddel bij het lopen 5) Hulpmiddel bij het wandelen 6) Kruk 7) Kuierstok 8) Loopsteun 9) Rotting 10) Staf 11) Steun bij het lopen 12) Steun tijdens het lopen 13) Steunhout 14) Stok om te steunen 
•stok die dient als steun bij het wandelen en beschermt tegen vallen.
(Bargoens, 1914) breekijzer
[Bargoens, boeventaal] groot breekijzer. Is de wandelstok pekaan? (Heb je het breekijzer bij je?)