het warenhuis zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'warə(n)hœys ] Afbreekpatroon: wa·ren·huis Verbuigingen: warenhuizen (meerv.) grote winkel of verzameling winkels in één gebouw waar je van alles kunt kopen Voorbeelden: 'Toen ik het warenhuis verliet, ging het alarm af.' , 'warenhuisketen' Synoniemen: bergplaats depot grootwinkelbedrijf handel... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/warenhuis
Een grootwinkelbedrijf waar artikelen van allerlei branches worden verkocht. De artikelen zijn verspreid over diverse afdelingen en geconcentreerd in één gebouw.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10679