wegdribbelen, wegdruipen. - Voorbeeld: ‘In 't uitgaan bracht Alma een bezoek aan iedere Heilige, met een groet en een schietgebedeke, en drefelde gelijk een muisje weer weg, blij dat niemand haar gezien had’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php