
de weghelft zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'wɛxhɛlft ] Afbreekpatroon: weg·helft Verbuigingen: weghelften (meerv.)
elk van de twee delen van een weg waarop in tegenovergestelde richtingen wordt gereden Voorbeelden: 'Beginnen te slippen en op de andere weghelft terechtkomen.' , 'Blijf op de rechter weghelft en haal niet in.' ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/weghelft

1) Rijstrook 2) Deel van een autobaan
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Weghelft/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.