I het weinig zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'wɛinəx ] Afbreekpatroon: wei·nig een weinig (een beetje) 'Klop het eiwit stijf met een snuifje zout en een weinig suiker.' II weinig bijwoord Uitspraak: [ 'wɛinəx ] Afbreekpatroon: wei·nig 1) niet veel, bijna niet of niet Voorbeelden: 'Ik slaap weinig.' , 'Ik vind het weinig or...
1) Amper 2) Bedroefd 3) Beetje 4) Beperkt aantal 5) Beperkt van duur 6) Bijna niets 7) Bijna niks 8) Bijwoord 9) Een beetje 10) Een gering aantal 11) Enigszins 12) Gering 13) Gering aantal 14) Gering in aantal 15) Haar 16) Handjevol 17) Iets 18) Ietwat 19) In geringe mate 20) In mindere mate 21) Karig 1) Amper 2) Beetje 3) Druppel 4) Enig 5) Enigermate 6) Enigszins 7) Gering 8) Habbekrats 9) Handjevol 10) Iet 11) Iets 12) Ietsje 13) Ietwat 14) Karig 15) Kwalijk 16) Lichtelijk 17) Louw 18) Luttel 19) Matig 20) Min 21) Miniem 22) Minimaal 23) Minste 24) Mondjesmaat 25) Nogal 26) Oligo 27) Oligos 28) Onaanzienlijk 
niet veel ; zelden (toon de herkomst via de etymologiebank)
klein in hoeveelheid, hoogte of aantal vb: er zaten weinig mensen in de trein Synoniemen: gering pover Tegenstellingen: boel hoop massa stoot veel bende talrijk tig ettelijke
•in een kleine hoeveelheid, niet veel. •in een klein aantal.
onbepaald telwoord
onbepaald telwoord