de wellust zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'wɛlʏst ] Afbreekpatroon: wel·lust Verbuigingen: wellusten (meerv.) lichamelijk, meestal seksueel genot Voorbeelden: 'Hebzucht, wellust en gulzigheid worden wel als ondeugden beschouwd.' , 'met wellust naar een lekker mokkel kijken' Synoniemen: drift erotiek geilheid genoegen genot lust sensuali...
1) Bezit 2) Delict 3) Drift 4) Erotiek 5) Geilheid 6) Genoegen 7) Genot 8) Lust 9) Sensualisme 10) Sensualiteit 11) Vreugde 12) Weelderigheid 13) Wulpsheid 14) Zielsgenot 15) Zingenot 16) Zinnelijkheid 1) Bezit 2) Drift 3) één van de hoofdzonden 4) Erotiek 5) Geilheid 6) Geneugte 7) Genoegen 8) Genot 9) Gevoel 10) Lichamelijk genot 11) Lust 12) Sensualisme 13) Sensualiteit 14) Vreugde 15) Weelde 16) Weelderigheid 17) Wulpsheid 18) Zielsgenot 19) Zingenot 20) Zinnelijk genoegen 21) Zinnelijk genot 
zingenot (toon de herkomst via de etymologiebank)
genot waarmee je een behoefte bevredigt vb: vol wellust at hij de doos chocola leeg
zingenot
zingenot