wijken werkw. Uitspraak: [ ˈwɛikə(n) ] Afbreekpatroon: wij·ken Vervoegingen: week (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is geweken (volt.deelw.) 1) je terugtrekken Voorbeeld: 'wijken voor het gevaar' Synoniem: achteruitgaan niet van zijn zijde wijken (steeds bij hem blijven) 2) afwijken van de rechte lijn Voorbeeld:... Gevonden op https://woorden.org/woord/wijken
Waterwegen in een veengebied. Te onderscheiden in - al naar gelang hun betekenis in het waterwegenstelsel - hoofdwijken, dwarswijken en plaatswijken. De wijken bezaten een breedte en diepte die in verband stond met de afmetingen en diepgang van de vaartuigen en het waterpeil van het hoofdkanaal. Zie ook: Turfgraven; Turfvaart. Daar waar binnen ... Gevonden op https://geheugenvandrenthe.nl/#encyclopedie-drenthe
uit de weg gaan, opzij gaan vb: de vijand moest wijken voor ons leger schuin naar achteren staan vb: de muur wijkt een beetje Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/