de wintermaand zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: win·ter·maand Verbuigingen: wintermaanden (meerv.) Verbuigingen: wintermaandje (verkleinwoord) 1) de eerste, tweede of de twaalfde maand van het jaar Voorbeeld: 'December, januari en februari zijn wintermaanden.' 2) oude naam voor de twaalfde maand van het kalenderjaar Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wintermaand