minuscuul bijv.naamw. Uitspraak: [ minʏs'kyl ] Afbreekpatroon: mi·nus·cuul heel erg klein Voorbeeld: 'De minuscule, maar levensgevaarlijke bloedzuigertjes zijn alleen zichtbaar met een microscoop.' Synoniemen: : miniem, piepklein Synoniemen: miniem gigantisch (antoniem) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/minuscuul
heel klein, bijna onzichtbaar vb: er zaten minuscule vlekjes op de stropdas Tegenstellingen: reusachtig gigantisch kolossaal enorm [2] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/