wispelturig bijv.naamw. Uitspraak: [ wɪspəl'tyrəx ] Afbreekpatroon: wis·pel·tu·rig als iets of iemand steeds wat anders doet, wil of in een andere stemming is Voorbeelden: 'een wispelturige twitteraarster die om de paar dagen van avatar wisselt' , 'de aandacht van de wispelturige internetshopper willen vasthouden om je spullen te ver...
1) Onstandvastig 2) Besluiteloos 3) Buiig 4) Maanziek 5) Vol grillen 6) Wuft 7) Willekeurig 8) Ongedurig 9) Ongestadig 10) Nukkig 11) Wankel 12) Onvoorspelbaar 13) Grillig 14) Onbetrouwbaar 15) Onzeker 16) Uitgelaten 17) Onbestendig 18) Veranderlijk 19) Onberekenbaar 20) Versatiel 
grillig (toon de herkomst via de etymologiebank)
onrustig, wild.
grillig, besluiteloos Voorbeeld: Ik heb schoon genoeg van dat wispelturige gedrag.
grillig