
witgloeiend, wit en glinsterend, vonkend - Voorbeeld: ‘
In 't reine blauw stond het kerkje met zijn bruingeblaarde linden er rond, op de beschaduwde dodenakker achter het witkleisterend muurken’ - Voorbeeld: ‘
Het zonnelicht gulpte met witkleisterende glinstering vrij en onbelmmerd in dat breed open renveld’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.