woeden werkw. Uitspraak: [ ˈwudə(n) ] Afbreekpatroon: woe·den Vervoegingen: woedde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewoed (volt.deelw.) wild bezig zijn Voorbeelden: 'De storm woedde de hele nacht door.' , 'De oorlog heeft meer dan vijf jaar gewoed.' Synoniem: tekeergaan Synoniemen: razen tekeergaan 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/woeden