de woordspeling zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'wortspelɪŋ ] Afbreekpatroon: woord·spe·ling Verbuigingen: woordspelingen (meerv.) het wisselen of combineren van de betekenissen van twee of meer woorden (meestal met een grappig effect) Voorbeeld: ''Wie niet slim is, moet sterk zijn' is een woordspeling op de uitdrukking 'Wie niet sterk ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/woordspeling
Vorm van woordenspel bestaande uit het gebruik van een woord of een combinatie van woorden in meer dan één betekenis (ambiguïteit). De spanning tussen de verschillende betekenissen wordt dikwijls veroorzaakt door het gebruik van een woord in letterlijke en tevens figuurlijke zin (figuurlijk taalgebruik). Men vindt het verschijnsel in menig gezeg... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0024.php
Het spel met taal, waarbij woorden die wat hun klank betreft min of meer overeenkomen, maar die een afwijkende of zelfs tegenovergestelde betekenis hebben, door de dichter worden gecombineerd. B.v.: Symbolen worden tot cymbalen in de ure des doods - Gerrit Achterberg ('Werkster') Gevonden op https://www.gedichten.nl/dichtwoordenboek/271_Woordspeling.html