
de zaagbek zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zaag·bek Verbuigingen: zaagbekken (meerv.) Verbuigingen: zaagbekje (verkleinwoord)
één van een aantal eendensoorten uit het geslacht ''Mergus'' die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten. Voorbeeld: ''s Winters zijn zaagbekken vaak in Nederland te zien.' . 3 definities......
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/zaagbek

1) Boterbuik 2) Duikergans 3) Eend 4) Eendachtige vogel 5) Korporaal 6) Vogel 7) Zaageend 8) Zwemvogel
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zaagbek/1

1) Duikergans 2) Mergus 3) Nonnetje 4) Pinduiker 5) Weeuwtje
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zaagbek/1

duikeend die een lange, smalle snavel heeft met een haakpunt en een gezaagde binnenkant (tanding) om grip te houden op gevangen vis en die, afhankelijk van de soort, op zout en brak of meer op zoet water wordt aangetroffen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/zaagbek

•één van een aantal eendensoorten uit het geslacht "Mergus" die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/zaagbek
Geen exacte overeenkomst gevonden.