zandstrook zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: zand·strook Verbuigingen: zandstroken (meerv.) Verbuigingen: zandstrookje (verkleinwoord) 1) de meestal verbrede eerste gangplank naast de kiel Voorbeeld: 'Zij hadden de zandstroken al aangebracht.' 2) een deel van een parcour dat over zand voert Voorbeeld: 'Die zandstro...
1) Kloosterhout 2) Scheepvaartterm 3) Schuifhout 1) Strand 
zie zaadstrook.
1> gang direct naast de kielbalk. Vroeger ook gaarboord genoemd. 2> bij bepaalde scheepstypes: het zandboord; de onderste gang van de zijde bij echte platbodems. De term zandstrook lijkt hier bij vergissing gebruikt. 3> soort zool, schuurstrook, die de kopse kanten aan de onderzijde van een houten roer afdekt. Ook roerzool genoemd. 4> be...
(1) Ook: kloosterhout. Brede plank direct naast of in de sponning van de kiel. (2) Bij een hengst het eerste boord tegen de kim.
Ook wel kielgang genoemd. De eerste huidgang die vlak naast de kiel ligt en met één lange zijde in de kielsponning is ingelaten.
VOC - Scheepsbouw : ook Zaadstrook of Kielgang. Eerste gang planken van de scheepswand, aan weerszijden van de kiel af gerekend. De kielsponning is een groef of gleuf in de zijvlakken van de kiel waar de zandstrook in valt.