zeeziek bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈzezik ] Afbreekpatroon: zee·ziek misselijk door de deining van de golven Synoniemen: beroerd 
1) Beroerd 2) Naar 3) Lichamelijk ongemak 4) Onbehaaglijk gevoel 5) Ongesteld 6) Onpasselijk 7) Onpasselijk op zee 8) Boatlag 9) Verzeeuwd 10) Misselijk tijdens het varen 
ziek, misselijk door het schommelen en slingeren van een schip dat op zee vaart algemeen ook zonder dat sprake is van een boottocht op zee: misselijk; onpasselijk; beroerd; naar
•een misselijk en beroerd gevoel hebbend door ongerelmatige beweging van een schip. •tweede betekenisomschrijving.
zich onwel voelend door het schommelen van een schip
Zeeziek word je als je niet tegen het deinen van een schip kunt. Dan moet je vreselijk overgeven. [basiswoordenlijst groep 4]