het peloton zelfst.naamw. Uitspraak: [ peloˈtɔn ] Afbreekpatroon: pe·lo·ton Verbuigingen: pelotons (meerv.) grote groep soldaten of wielrenners 
1) Groep wielrenners 2) Afdeling militairen 3) Afdeling ruiters 4) Afdeling soldaten 5) Afdeling van een voetlegger 6) Afdeling bij het leger 7) Sectie 8) Deel van het leger 9) Deel van een compagnie 10) Deel van een regiment 11) Kleine afdeling soldaten 12) Militaire afdeling 13) Militaire eenheid 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Peloton``] Eene afdeeling van een bataillon en daarvan de evolutie-eenheid. Eene kompagnie wordt tegenwoordig gewoonlijk in twee pelotons verdeeld; waar echter de kompagniën zeer zwak zijn, vormen zij slechts één P. (zie Formatiën). In vroegere tijd verstond men door P. elke willekeurige klei...
Let op: Spelling van 1858 een kluwen; een spelde-kussen; een onovertrokken bal; een hoop van verscheidene op eene plaats verzamelde menschen; een rot of afdeeling van 20 à 50 soldaten
legereenheid; grote groep; groep bij wedstrijden (toon de herkomst via de etymologiebank)
groep renners die in een wedstrijd bij elkaar rijden
Een organisatorische eenheid binnen de brandweer bij de bestrijding van brand of andere incidenten. Een peloton heeft een vastgestelde structuur en kan in principe zelfstandig opereren.
onderafdeling bij militairen
onderafdeling