de zeloot zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ze·loot Verbuigingen: zeloten (meerv.) Verbuigingen: zelootje (verkleinwoord) iemand die zich met enig fanatisme voor een bepaalde, vaak religieuze, zaak inzet Voorbeeld: 'Van die zeloten kun je geen verdraagzaamheid verwachten.' . Synoniemen: dweper fanaat fanaticus ijveraar maniak scherpslijpe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zeloot
fanaat; (te) fanatiek voorvechter van bepaalde religieuze of ideologische opvattingen - Woordfeit: Het woord zeloot komt al sinds de dertiende eeuw in het Nederlands voor. Het gaat via het Frans en het Latijn terug op het Grieks en is afgeleid van z?los `(wed)ijver, bewondering, afgunst`. In het begin van onze jaartelling waren de ... Gevonden op https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/woordpost/woordpostarc
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] van Grieks Zèlótès, betekent ijveraar. Daarmee werden bij de Israëlieten de zoodanigen bestempeld, die naar het voorbeeld van Phineas (Numeri XXV:11), ijverden voor de wet. In meer bepaalde betekenis waren de Zeloten de raddraaiers, die in 66 n.C. den opstand tegen de... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0030.php