zeulen werkw. Uitspraak: [ ˈzølə(n) ] Afbreekpatroon: zeu·len Vervoegingen: zeulde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gezeuld (volt.deelw.) met moeite dragen of voortslepen Voorbeelden: 'De oude dame liep te zeulen met twee enorme koffers.' , 'met een probleemgezin van instantie naar instantie zeulen' Synoniem: sjouwen Synoniemen: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zeulen
• [inerg] "~ met" met inzet van grote inspanning iets dragend rondlopen. • [ov] iets met grote inspanning verplaatsen. •tweede betekenisomschrijving. •enz. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/zeulen