
sijpelen, zijpelen, motregenen - Voorbeeld: ‘
Het is blijven regenen tot halven de namiddag en als 't eindelijk opklaarde, beslist nonkel met ons uit te zetten naar de stad. (...) Merkwaardigheden gaan bezichtigen had geen zin, want het begon weer te zieperen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.