de zijtak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'zɛitɑk ] Afbreekpatroon: zij·tak Verbuigingen: zijtakken (meerv.) 1) tak aan een stam of andere tak biologie Voorbeelden: 'de vorming van zijtakken uit knoppen' , 'een tak met enkele zijtakken' 2) gedeelte dat zich afsplitst van een hoofdlijn of hoofdverbinding Gevonden op https://woorden.org/woord/zijtak