de zoelte zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: zoel·te Verbuigingen: zoelten<br>zoeltes (meerv.) een aangename warmte Voorbeeld: 'Hij zat op een bankje te genieten van de zoelte van de zomeravond.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zoelte
het weerlichten (zonder donderen) - Voorbeeld: ‘Zou men niet zeggen dat er verandering is, Poortere? vroeg hij in 't afgaan. De oude werkman keek onderzoekend in de lucht. - De sterren zitten uit... maar de wind is gekeerd, en de zoelte speelt aan de kimme. - De hitte was te geweldig. - 't Was niet doenlijk, vandage’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php