I zolang bijwoord Uitspraak: [ zoˈlɑŋ ] Afbreekpatroon: zo·lang gedurende die tijd Voorbeeld: 'De boekhouder is een week met vakantie. Voor vragen kun je zolang bij mij terecht.' II zolang conjunction Uitspraak: [ zoˈlɑŋ ] Afbreekpatroon: zo·lang 1) gedurende de tijd dat Voorbeeld: 'Ik blijf binnen, zolang het regent...
1) Aards 2) Inmiddels 3) Intussen 4) Kortstondig 5) Ondertussen 6) Provisorisch 7) Temporeel 8) Tussentijds 9) Tijdelijk 10) Vast 11) Voorbijgaand 12) Voorlopig 1) Al die tijd dat 2) Als maar 3) Bijwoord 4) Inmiddels 5) Intussen 6) Kortstondig 7) Mits 8) Ondertussen 9) Op voorwaarde dat 10) Provisorisch 11) Temporeel 12) Tijdelijk 13) Tussentijds 14) Vast 15) Voegwoord 16) Voor die tijd 17) Voorbijgaand 18) Voorlopig 19) Wanneer 
onderschikkend voegwoord (toon de herkomst via de etymologiebank)
gedurende die tijd vb: ga jij zolang maar televisie kijken
•gedurende de tijd dat iets blijft gelden.
[I] bijwoord: voorlopig [II] onderschikkend voegwoord: zo lang (als)
onderschikkend voegwoord