de geneugte zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ xə'nøxtə ] Afbreekpatroon: ge·neug·te Verbuigingen: geneugten (meerv.) iets waarvan je geniet Voorbeelden: 'de geneugte van een week vrij zijn' , 'genieten van de kleine geneugten des levens' Synoniemen: : genoegen, plezier Synoniemen: genieten genot Gevonden op https://woorden.org/woord/geneugte