
de zomergast zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zo·mer·gast Verbuigingen: zomergasten (meerv.) Verbuigingen: zomergastje (verkleinwoord) 
 1)  een diersoort, gewoonlijk een vogel, die de slechts de zomer in een bepaald gebied doorbrengt Voorbeeld: 'Gierzwaluwen zijn typische zomergasten.' 
 2)  ''overdrachtelijk'' een persoo...Gevonden op 
https://www.woorden.org/woord/zomergast

1) Toerist die ''s zomers komt 2) Trekvogel 3) Tuinfluiter 4) Vogel 
Gevonden op 
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zomergast/1
 1) iemand die in de zomer tijdelijk ergens te gast is, voornamelijk als toerist 
2) dier dat alleen in de zomer in een bepaald gebied of op een bepaalde plaats verblijft, omdat het, zoals trekvogels, buiten dat seizoen elders vertoeft of omdat het alleen in de zomer waargenomen wordt, zoals sommige insecten
Gevonden op 
https://anw.ivdnt.org/article/zomergast
  Geen exacte overeenkomst gevonden.