
zomerse spruit van een plant, uitspruitsel, loot, stekje - Voorbeeld: ‘
Nu (= in augustus) heeft de natuur haar vast, gedaagd uitzicht gekregen. De blaren aan de bomen zijn bronsgroen, de zomerscheuten echter hebben nog het tedere, lichtgetinte kleurenspel van pas ontloken lovertjes’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.