zonloos bijv.naamw. Afbreekpatroon: zon·loos Verbuigingen: zonlozer Verbuigingen: zonloost 1) somber, kil, zonder vrolijkheid Voorbeeld: '"Om 't droevig zonloos oord der onrust in te treden?"' 2) zonder zonneschijn Voorbeeld: 'Het is vandaag een zonloze dag met veel regenbuien.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zonloos