zopas bijwoord Uitspraak: [ zo'pɑs ] Afbreekpatroon: zo·pas net vóór dit moment Voorbeelden: 'Ik heb hem zopas nog gezien.' , 'Ik heb zopas gereserveerd.' Synoniemen: : zo-even, zojuist Synoniemen: zojuist 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zopas