zwichten werkw. Uitspraak: [ ˈzwɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: zwich·ten Vervoegingen: zwichtte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gezwicht (volt.deelw.) iets toch doen dat je niet wilde of van plan was niet te doen Voorbeelden: 'zwichten voor een aantrekkelijk aanbod' , 'zwichten voor zeurende kinderen' Synoniemen: : toegeven, bezwijken S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwichten
Het aanpassen van de zeilvoering op de wieken. De zeilvoering moet aangepast worden als de windkracht is veranderd. Bij sterkere wind: zeil minderen, bij zwakkere wind: meer zeil spannen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10988