de drost zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: drosten historische titel, aanklager in dienst van landheer Synoniemen: hofmaarschalk 
1) Drossaard 2) Vroeger ambtenaar 3) Vroegere ambtenaar 4) Vroegere justitieambtenaar 5) Vroegere overheidspersoon 6) Landvoogd 7) Hofmaarschalk 8) Officier van justitie in de middeleeuwen 9) Bestuurder 10) Ambtenaar op het platteland 11) Gerechtsambtenaar 12) Bestuursambtenaar 13) Historisch bestuur 
[geschiedenis nederland 1500 1813] Ook drossaart of baljuw. Titel van de functionaris die namens de vorst belast was met bestuur en rechtspraak in een (plattelands)district. Bekend voorbeeld is de dichter-geschiedschrijver P.C. Hooft (1581-1647), die drost van Muiden en baljuw van Gooiland was. Zie ook schout.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] ontstaan uit drossaard (zie aldaar).
bestuursambtenaar
gerechtsdienaar op het platte land (toon de herkomst via de etymologiebank)
Hoogste functionaris die vóór 1814 in Drenthe werkzaam was op bestuurlijk en rechterlijk terrein. 
•historische titel, aanklager in dienst van landheer. • (In Limburg, Brabant en Overijssel): drossaard
bestuursambtenaar