
genegenheid, behulpzaamheid, vriendelijkheid, aanhankelijkheid. - Voorbeeld: ‘
En in het begin was het àl boffen met de schoondochter: er was nergens zulk een... 't was: Moeder neem een eitje; moeder hebt ge suiker in uw koffie? moeder alhier, moeder aldaar... niets dan aanhechtigheid’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.