
telkens het geluid Voorbeeld: ‘
klots’ doen horen, inz. bij het gaan - Voorbeeld: ‘
Met het deerlijk gehavend overschot van haar teddybear aan een touw achter zich aanklotsend, beging Prutske haar tochten over struik en steen en zong hierbij helder op, haar eerste liedje’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.