
de aanspraaktest zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈansprak ] Verbuigingen: aanspraakspraken (meerv.)
1) keer dat mensen tegen je praten Voorbeeld: 'Ik ben vaak alleen en heb weinig aanspraak.'
2) aanspraak maken op iets (zeggen dat je recht op iets hebt) 'aanspraak maken op een erfenis' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanspraaktest
Geen exacte overeenkomst gevonden.