de abituriënt zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: abi·tu·ri·ent Herkomst: «Latijn Verbuigingen: abituriënten (meerv.) iemand die eindexamen doet of heeft gedaan Voorbeeld: 'De abituriënt heeft het examen met goed gevolg afgelegd.' de abituriënt zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: abi·tu·ri·ent Herkomst: «Latijn Verbuigingen: abituriënten (meerv.) iemand die eindexamen doet of heeft gedaan Voorbeeld: 'De abituriënt heeft het examen met goed gevolg afgelegd.' 
1) Iemand die een school met einddiploma verlaat 2) Iemand die eindexamen heeft gedaan 3) Geslaagde voor examen 4) Schoolverlater 5) Eindexamenkandidaat 1) Iemand die een school met einddiploma verlaat 2) Iemand die eindexamen heeft gedaan 3) Geslaagde voor examen 4) Schoolverlater 5) Eindexamenkandidaat 
• [onderwijs] wie een middelbare school of school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met het eindexamendiploma verlaat.• [onderwijs] wie een middelbare school of school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met het eindexamendiploma verlaat.
eindexamenkandidaateindexamenkandidaat
eindexamenkandidaat
Iemand die het eindexamen van een bepaalde opleiding (bv. een opleiding aan de middelbare school) met goed gevolg heeft afgelegd.
Iemand die het eindexamen van een bepaalde opleiding (bv. een opleiding aan de middelbare school) met goed gevolg heeft afgelegd.
eindexamenkandidaat (toon de herkomst via de etymologiebank)eindexamenkandidaat (toon de herkomst via de etymologiebank)
Iemand die eindexamen van een middelbare school gedaan heeft.Iemand die eindexamen van een middelbare school gedaan heeft.