afraden werkw. Uitspraak: [ ˈɑfradə(n) ] Afbreekpatroon: af·ra·den Vervoegingen: raadde af, ried af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeraden (volt.deelw.) de raad geven iets niet te doen Voorbeelden: 'Ik heb hem afgeraden die moeilijke opleiding te gaan volgen.' , 'Ik heb hem dat restaurant afgeraden.' Antoniem: aanraden Syno...
1) Raadgeving iets niet te doen 2) Adviseren niet te doen 3) Ontraden 4) Niet aanbevelen 5) Ongeraden 6) Uit het hoofd praten 7) Aandrang 8) Negatief advies geven 9) De raad geven niet te doen 10) Raad geven iets niet te doen 
•iemand trachten te overtuigen een voornemen niet uit te voeren.
de raad geven iets niet te doen
Iemand overhalen om iets niet te doen [basiswoordenlijst groep 7]
politiek: jargon waarmee ministers of staatssecretarissen in de Tweede Kamer een motie naast zich neer willen leggen. Minder ...